Tekst: Manon van Wijnen
Beeld: Pim Geerts
Huwelijksaanzoek
Als de uitslag van slecht zou zijn had ze twee voornemens: haar gezin inpakken en wegrijden en onderweg haar geliefde Karim ten huwelijk vragen. Helaas kwam inderdaad het allerslechtste nieuws denkbaar. Ingerid hield zich aan haar voornemens: in de parkeergarage van het ziekenhuis vroeg ze Karim ten huwelijk en eenmaal thuis pakten ze met z’n allen hun boeltje in en togen naar Terschelling. “Ik dacht dat mijn wereld zou instorten als ik zou horen dat ik niet meer te genezen ben. Dat je na zulk nieuws dagenlang samen zou huilen en schreeuwen op het strand. Maar zo werkt dat blijkbaar niet. We hebben de dag van deze verschrikkelijke diagnose samen gehuild. Sindsdien heeft iedereen zijn eigen momenten en zijn eigen worsteling. De eerste twee maanden waren zo ontzettend zwaar en verdrietig. Elke ochtend lag ik huilend in mijn bed. Toen wende het. Voor zover je hieraan kan wennen.”
Zoveel liefde
Wat overblijft is de vraag: hoe ga je verder? Hoe pak je je leven weer op als je hoort dat je niet meer te genezen bent? Hoe leef je met zo’n diagnose, de ingrijpende behandelingen, alle onzekerheid? En hoe besteed je je tijd als je niet weet hoeveel tijd je nog hebt? Ga je weer aan het werk of niet? “De draad weer oppakken is ongelofelijk moeilijk. Natuurlijk zijn er ook gevoelens van angst, verdriet en stress die zo nu en dan erg heftig en overweldigend zijn, maar die ebben weer weg. Terwijl de vragen blijven. Gelukkig lukt het me desondanks om intens te genieten van mijn leven met mijn gezin, van kleine dagelijkse dingen, van me geliefd voelen. Na de diagnose heb ik zoveel liefde gekregen, zelfs van mensen die ik helemaal niet kende. Het verwonderde me soms en nog steeds. Ook onze bruiloft was een waanzinnig feest waarbij we uitzinnig hebben gedanst met iedereen die ons lief is. Dat heeft me zo goed gedaan. Ik heb er weken op kunnen teren.”
Donkere lokken
Wie Ingerid en haar gezin tegenkomt op straat ziet niets van al hun leed. Voor mij zit een stralende, vlot gebekte vrouw met staalblauwe ogen die kuiltjes in haar wangen krijgt als ze lacht. Met aan haar zijde een rustige charmante man, Karim, die zijn half-Marokkaanse roots heeft doorgegeven aan hun drie prachtige kinderen Lester, Zohra-Sophie en Boaz, met hun donkere lokken en dito kijkers. Wat wel opvalt aan dit gezin is hoe intens ze naar elkaar kijken, met oprechte bezorgdheid, betrokkenheid en aandacht. En hoe knap de kinderen, zelfs de jongste, Boaz van elf jaar, hun gevoelens onder woorden brengen en hierbij hun woorden zorgvuldig zoeken.
Het ging niet goed met mama
Boaz krijgt tranen in zijn ogen als hij vertelt over toen het hem allemaal teveel werd: “Vlak voor mama het slechte nieuws kreeg had ze al lang heel veel last van haar rug. En ze was steeds moe. Ik was zo bang dat het niet goed zou zijn.” Ingerid vult aan: “En toen moest ik naar het ziekenhuis voor een borstcorrigerende operatie en ging het helemaal mis, hè lieverd?” Boaz knikt: “Toen ik thuiskwam wist ik dat mama er weer was en rende ik helemaal blij naar haar toe. Maar mama lag in bed en ik zag dat het helemaal niet goed met haar ging. Toen raakte ik in paniek.” Ingerid: “Ik was doodziek door een infectie. Als we hadden geweten wat we kort daarna wisten, hadden ze de operatie natuurlijk nooit uitgevoerd. Het is zo fijn dat ik Boaz dan kan meenemen naar het HDI. Toen ik voor het eerst de diagnose kreeg was hij zeven jaar en had hij het echt moeilijk. Hij voelde zich zo eenzaam op dat moment. Hij dacht dat hij de enige was met een moeder met kanker en chemo. Hij wordt er weer verdrietig van als hij aan deze periode denkt.” Boaz knikt: “Het is fijn om met iemand te praten die het begrijpt hoe het is om een moeder met kanker te hebben.”
Lieve appjes
Gelukkig kunnen alle gezinsleden terecht bij Ingerids therapeut van het Helen Dowling Instituut (HDI). Zohra: “Door alles wat er gebeurde ging met mij op school niet goed. Ik twijfelde of ik een jaar over moest doen of heel hard moest werken om over te gaan. Het is heel fijn om daarover te kunnen praten op een veilige plek, waar je over alles kan praten. Het HDI voelt heel huiselijk, ik voelde me er meteen comfortabel. En de gesprekken met Beatrijs hebben me heel erg geholpen om een beslissing te kunnen nemen. Ik vind het moeilijk om met mijn vriendinnen te praten over mamma’s ziekte. Meestal stuur ik een appje als ik wil vertellen over hoe het met mamma gaat. Daar krijg ik dan veel lieve appjes terug.
Spijt
Hoeveel impact Ingerids ziekte heeft op het hele leven van elk van de kinderen wordt duidelijk als Lester, de oudste, vertelt dat hij eigenlijk op kamers wil gaan in Amsterdam omdat hij daar is gaan studeren. “Ik vind het een dilemma om op kamers te gaan. Ben bang dat ik dingen ga missen en dat ik later spijt krijg. Ook omdat ik al een jaar in Amerika ben geweest om te studeren aan een highschool. Toen ik terug kwam had ik het gevoel dat ik veel had gemist en voelde ik me schuldig dat ik zo’n leuke tijd had gehad in de USA terwijl mamma ondertussen zo ziek was.” Ingerid: “We hebben hier toen ook samen bij het HDI over gepraat en dat heeft hem ook heel erg geholpen.” Op de vraag of hij zich verantwoordelijk voelt, glimlacht hij en slaat zijn ogen neer. “Ja, nog meer dan eerst. Vooral voor mijn broer en zus. Onze band is sterker geworden. Eerst als je bij elkaar was, was je gewoon bij elkaar. Net als een gewoon gezin. Sinds mamma ziek is beleef je alle momenten heel bewust.” Zohra knikt: “Je wilt zo veel mogelijk van elk moment genieten.”
Ongelofelijke pijn
“Je houdt rekening met het slechtste scenario, maar hoe het is kun je je niet voorstellen tot het je daadwerkelijk gebeurt”, zegt Karim zachtjes. “Voor je omgeving is dat niet te begrijpen. Het is ook niet voor te stellen, tot het je overkomt. Daarom is het fijn als je met iemand kunt praten die weet hoe het is. De herkenning en erkenning die je ervaart is een opluchting.” Ingerid knikt instemmend. Al mijn vriendschappen zijn intenser geworden en ik voel me enorm geliefd en bevoorrecht met zoveel liefde in mijn omgeving. Maar uiteindelijk zijn er maar vier mensen die weten hoe het echt met mij gaat en dat zijn deze vier. Zij zien mij als ik kapot ben door de chemo, als ik niet meer kan lopen omdat mijn lijf zo’n ongelofelijke pijn doet of de eindeloze uren die ik op de bank doorbreng omdat ik zo weinig energie heb. De rest van de wereld krijgt mij te zien als de medicijnen hun werk doen, als ik de chemo heb overleefd en mezelf weer toonbaar vindt. Terwijl je als moeder eigenlijk wilt dat je kinderen zich geen zorgen maken over jou. Dat maakt dit zo ingewikkeld.”
Durven dromen
Een bucketlist was niet mogelijk door corona. “Ook durfde ik eigenlijk niet in de toekomst te kijken, dus werd ik niet blij van een bucketlist. Ik heb bij het HDI geleerd om in het nu te leven, met de dag te kijken wat kan. Ik wil wel dingen in de toekomst plannen, want dat geeft ook hoop, maar niet verder dan twee maanden vooruit. Als ik nu ergens van droom is het reizen met mijn gezin. Dat was altijd onze passie. We hebben ook een tijd in Thailand gewoond met z’n allen. En natuurlijk droom ik stiekem dat er een medicijn komt dat aanslaat, dar er een revolutionaire behandeling komt. Ik blijf hoop houden, want zonder hoop kun je niet leven en intussen geniet ik met volle teugen van elk mooi moment in mijn leven…”