u bent hier: Homepage Nieuws Vanuit de therapiekamer: Ziekenhuistrauma

Vanuit de therapiekamer: Ziekenhuistrauma

Nooit eerder kwam een cliënt met zo’n duidelijke hulpvraag: help mij met het verwerken van mijn ziekenhuiservaringen. Zodra die uit mijn hoofd zijn, kan ik weer verder.

Onlangs belandde ikzelf onverwacht in het ziekenhuis omdat een van mijn naasten een nare val had gemaakt. Van het ene op het andere moment waren we afhankelijk van de zorg van anderen. Van het ene op het andere moment moesten we ons vertrouwen leggen in de handen van artsen en verpleegkundigen, en hopen dat de juiste keuzes zouden worden gemaakt. Elk woord, elk gebaar en elke handeling deed ertoe.

Haar blonde haren hangen los op haar schouders en haar slanke lichaam wordt verborgen onder een wijde sweater en een losse broek. Haar blik is open; stoer en kwetsbaar tegelijk. Ze kijkt me recht aan en windt er geen doekjes om. Geen langdurig psychologisch traject, nee dat wil ze niet. Zodra al die nare ervaringen uit haar hoofd zijn kan ze weer verder. Lekker direct, daar hou ik wel van.

Toen ze zich niet gezien voelde werd het pas traumatisch

We onderzoeken wat ze heeft meegemaakt in het ziekenhuis en dat is niet mals. Een gynaecologische tumor die inwendig werd bestraald middels brachytherapie. Ik ken de setting van de stralingsunit waar deze behandeling wordt gegeven: eenzame opsluiting in een klein kamertje met dikke muren zonder uitzicht. Mensonterende omstandigheden, ten behoeve van de bestrijding van de tumor. Dit alleen is al erg genoeg. Het werd traumatisch toen ze zich niet gezien voelde als mens, maar een object met een te bestrijden ziekte.

Hij had waarschijnlijk zijn dag niet, die nacht

Een andere ingrijpende gebeurtenis vond plaats op de afdeling, midden in de nacht. Dat de mannelijke verpleegkundige er helemaal geen zin in leek te hebben om haar te helpen nadat ze naar toilet was geweest, was onverdraaglijk. Hij had waarschijnlijk zijn dag niet, die nacht. Maar ze had hem nodig want ze kon geen kant op met haar infuus en haar onderkant was flink beschadigd. Nog steeds voelt ze de machteloosheid van toen en het gevoel dat werd aangeraakt: ik doe er niet toe.

Dagelijks word ik geconfronteerd met de psychische gevolgen van een behandeling in het ziekenhuis. Niet bij iedereen, want het gaat vaak goed. Vooral de actieve behandelfase wordt soms zelfs gezien als een warm bad van aandacht en zorg. Degenen die deze warmte in hun leven zijn misgelopen, kunnen later nog zo terugverlangen naar het gevoel van toen ze ziek waren. Het zijn de kleine dingen die het doen. Mijn moeder zong dat vroeger hard met de radio mee, en ik besef hoe wáár dit is. Elke patiënt die in een ziekenhuis terecht komt, is kwetsbaar en afhankelijk, hoe klein het euvel ook is.   Het zijn vaak niet eens de heftige ingrepen, zoals de brachytherapie of een borstamputatie. Het is het wel of niet gezien worden in al de eigenheid, kracht en kwetsbaarheid die iemand kunnen maken of breken.  Want door een begripvolle blik, een hand op een schouder of geruststellende woorden voelt een patiënt zich gezien. Hierdoor kalmeert het lichaam en wordt een trauma voorkomen.

Mirjam Koppenol

Mirjam werkt sinds 2019 bij het Helen Dowling Instituut en is GZ-psycholoog. Graag maakt zij anderen deelgenoot van haar ervaringen als therapeut, en geeft ze een inkijkje in de therapiekamer. Wil je reageren, dan kan dat via mkoppenol@hdi.nl

Deze column verschijnt ook in het NVPO-magazine.

Recente nieuws

Soort nieuwsbrief*

Zo beoordelen cliënten onze zorg.

Bekijk hier de volledige resultaten uit ons tevredenheidsonderzoek. Onze zorg ook beoordelen? Dat kan op Zorgkaart Nederland.

Tevredenheid

Afname stemmingsklachten

Beveelt ons aan