u bent hier: Homepage Kwaliteitsstatuut

Kwaliteitsstatuut

Per 1 januari 2017 zijn alle aanbieders van ‘geneeskundige ggz’, dat wil zeggen generalistische basis-ggz en gespecialiseerde ggz binnen de Zorgverzekeringswet, verplicht een Kwaliteitsstatuut openbaar te maken. Dit betreft een goedgekeurd Kwaliteitsstatuut.

Het driehoekige pand van het Helen Dowling Instituut in de bossen van Bilthoven steekt mooi af tegen de helderblauwe hemel.

I. Algemene informatie

1. Gegevens ggz-aanbieder

  • Naam instelling: Stichting Helen Dowling Instituut
  • Hoofd postadres, straat en huisnummer: Professor Bronkhorstlaan 20
  • Hoofd postadres, postcode en plaats: 3723 MB Bilthoven
  • Website: www.hdi.nl
  • KvK-nummer: 41130271
  • AGB-code: 73730901

2. Gegevens contactpersoon/aanspreekpunt:

  • Umberto Argese
  • uargese@hdi.nl
  • 030 2524020

3. Onze locaties vindt u hier:

https://hdi.nl/contact/

4. Beschrijving aandachtsgebieden/zorgaanbod

4.A Algemene visie/werkwijze en patiëntenpopulatie

[Beschrijf in maximaal 10 zinnen de algemene visie/werkwijze van uw instelling en hoe uw patiëntenpopulatie eruit ziet. Bijvoorbeeld: Op welke problematiek/doelgroep richt uw instelling zich, betrekt u familie/omgeving in de behandeling, past u eHealth(toepassingen) toe, etc).]

Het Helen Dowling Instituut (HDI) biedt psychologische zorg aan mensen met kanker en hun naasten.

Onze missie is om is om mensen met kanker en hun naasten zoveel mogelijk de regie over hun leven terug te geven. Wij richten ons op de diagnose en behandeling van aan de ziekte gerelateerde psychische problemen. Ook mensen met andere levensbedreigende ziekten kunnen bij ons terecht voor psychologische behandeling.

Onze behandelingen bestaan uit individuele therapie, relatie- en gezinstherapie en groepstherapieën. Wij hebben zorgaanbod in zowel de generalistische basis GGZ (lichte tot matige problematiek), de gespecialiseerde GGZ (ernstige of complexere problematiek) en hoogspecialistische GGZ (TOPGGZ; zeer ernstige, complexe danwel zeldzame problematiek).

4.B Patiënten/cliënten met de volgende hoofddiagnose(s) kunnen bij het Helen Dowling Instituut terecht:

  • Depressie
  • Bipolaire stoornis en overig
  • Angst
  • Restgroep: psychische stoornissen door een somatische aandoening
  • Somatoform
  • Trauma- en stressorgerelateerde stoornissen
  • Persoonlijkheidsproblematiek in het kader van een van bovenstaande diagnoses.

4.C Biedt het Helen Dowling Instituut hoogspecialistische ggz (3e lijns ggz)?

  • Ja

4.D Heeft het Helen Dowling Instituut nog overige specialismen? (optioneel, meerdere antwoorden mogelijk)

Ons specialisme is het behandelen van psychologische aandoeningen gerelateerd aan levensbedreigende ziekte(n), in het bijzonder kanker.

5. Beschrijving professioneel netwerk:

Het Helen Dowling Instituut streeft naar landelijk beschikbare kwalitatieve psycho-oncologische zorg. Een goed netwerk waarbinnen samenwerking plaatsvindt, verbetert de zorg voor mensen met kanker en hun naasten. Daarom werken wij samen met organisaties die aanvullende zorg bieden dan wel zich inzetten voor de belangen van mensen met kanker en hun naasten. Ook detacheren wij incidenteel medewerkers naar ketenpartners.

  • KWF Kankerbestrijding; www.kwf.nl
  • Nederlandse Vereniging voor psychosociale oncologie (NVPO) op bestuurlijk niveau, lidmaatschap en inschrijving in Deskundigenregister Psychologen en Psychiaters en door deelname aan intervisiegroepen
  • Deelname aan Taskforce CancerSurvivorship (TSCVS) en Landelijk Overleg Psychosociale en Paramedische Oncologische Zorg (LOPSOZZ)
  • AKWA-GGZ
  • collega Psycho-Oncologische Centra (POC’s):
    • Behouden Huys Haren
    • Ingeborg Douwes Centrum Amsterdam
    • De Vruchtenburg Rotterdam
    • Aesklepios Sittard/Heerlen
  • Raamovereenkomst Utrecht geestelijk gezond (Huisartsen Stad Utrecht)
    www.huisartsenstadutrecht.nl
  • OCE, organisatie voor samenhang, samenwerking, continuïteit en innovatie binnen de chronische eerstelijnszorg in Nijmegen en omgeving. www.ocenijmegen.nl
  • Alexander Monro Borstkanker Ziekenhuis; www.alexandermonro.nl
    Professor Bronkhorstlaan 10, 3723 MB Bilthoven,
  • Oedeem en Oncologie Fysiotherapie Utrecht (OOFU); www.oofu.nl
    Hoofdvestiging Herculesplein 379, 3584 AA Utrecht, tweede vestiging in HDI Bilthoven
  • Wiljon Vaandrager, extern vaktherapeut en haptotherapeut
    AGB code 900779972/90077972 KvK nr 30249357

6. Generalistische basis-ggz, gespecialiseerde ggz en categorieën

6.A Het Helen Dowling Instituut biedt zorg aan in:

  • De generalistische basis-ggz
    Hiervoor kunnen de volgende type beroepsbeoefenaren als regiebehandelaar optreden:
    • Psychiater
    • Klinisch psycholoog
    • Psychotherapeut
    • GZ-psycholoog
    • Orthopedagoog-generalist
    • Verpleegkundig specialist GGZ
  • De gespecialiseerde ggz en hoogspecialistische ggz
    Hiervoor kunnen de volgende type beroepsbeoefenaren als regiebehandelaar optreden:
    • Psychiater
    • Klinisch psycholoog
    • Psychotherapeut
    • GZ-psycholoog
    • Orthopedagoog-generalist
    • Verpleegkundig specialist GGZ

6.B Het Helen Dowling Instituut heeft aanbod in de categorieën van complexiteit van situatie:

  • Categorie A

Hiervoor kunnen de volgende type beroepsbeoefenaren als indicerend regiebehandelaar optreden:

  • Psychiater
  • Klinisch psycholoog
  • Psychotherapeut
  • GZ-psycholoog
  • Orthopedagoog-generalist
  • Verpleegkundig specialist GGZ

Hiervoor kunnen de volgende type beroepsbeoefenaren als coördinerend regiebehandelaar optreden:

  • Psychiater
  • Klinisch psycholoog
  • Psychotherapeut
  • GZ-psycholoog
  • Orthopedagoog-generalist
  • Verpleegkundig specialist GGZ

  • Categorie B

Hiervoor kunnen de volgende type beroepsbeoefenaren als indicerend regiebehandelaar optreden:

  • Psychiater
  • Klinisch psycholoog
  • Psychotherapeut
  • GZ-psycholoog
  • Orthopedagoog-generalist
  • Verpleegkundig specialist GGZ

Hiervoor kunnen de volgende type beroepsbeoefenaren als coördinerend regiebehandelaar optreden:

  • Psychiater
  • Klinisch psycholoog
  • Psychotherapeut
  • GZ-psycholoog
  • Orthopedagoog-generalist
  • Verpleegkundig specialist GGZ

7. Structurele samenwerkingspartners

Het Helen Dowling Instituut werkt ten behoeve van de behandeling en begeleiding van patiënten/cliënten samen met diverse samenwerkingspartners.

Indien u de naam van een persoon opneemt, dient u toestemming van deze persoon te hebben voor het gebruik van zijn/haar persoonsgegevens (AVG)

Samenwerkingsovereenkomsten op gebied van directe patiëntenzorg

Regio Utrecht

Functie samenwerking: Zelfstandig praktijkvoerend op HDI locatie Bilthoven; indicatie en doorverwijzing.

  • Oedeem en Oncologie Fysiotherapie (OOFU)
    • Hoofdvestiging: Herculesplein 379, 3584 AA, Utrecht
    • www.oofu.nl
  • Wiljon Vaandrager, vaktherapeut, haptotherapie

Samenwerking en detachering

Functie samenwerking: Deelname aan MDO’s bij divisie in academisch ziekenhuis, screening en kortdurende medisch psychologische behandeling in het ziekenhuis en snelle doorverwijzing naar HDI voor GGZ-behandeling of doorverwijzing in de eigen regio van cliënt.

Regio Nijmegen

Functie samenwerking: doorverwijzing voor vaktherapie en haptotherapie

Regio Arnhem

Functie samenwerking: Doorverwijzing voor vaktherapie en haptotherapie

Ketenpartners

Regio Utrecht

Functie samenwerking: samenwerking en afstemmen zorgaanbod en verwijzingen.

Regio Nijmegen

Regio Arnhem

Psycho-oncologische centra

  • Het Behouden Huys – psychologische zorg bij kanker
  • Ingeborg Douwes Centrum
    • IJsbaanpad 9-11, 1076 CV Amsterdam
    • www.ingeborgdouwescentrum.nl
  • SanaVera
    • Straatweg 171, 3054 AD Rotterdam
    • www.sanavera.nl
  • Fortagroep De Vruchtenburg
    • Oude Vest 17, 2312 XR Leiden
    • www.fortagroep.nl
  • Psycho-oncologisch centrum Zuyderland – Aesclepios

Samenwerking op basis van onderlinge doorverwijzing

Landelijk

Regionaal – Utrecht

  • Diakonessenhuis Utrecht
  • Alexander Monro Borstkankerziekenhuis
  • UMC Utrecht
  • St. Antonius Utrecht en Nieuwegein
  • Meanderziekenhuis Amersfoort
  • Tergooi Ziekenhuis Hilversum

Regionaal Arnhem/Nijmegen

  • Rijnstate
  • Radboudziekenhuis
  • Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis
  • Huisartsenpraktijken
  • GGZ-instellingen
  • Collega’s psychologen en psychotherapeuten

Koepel- en brancheorganisaties

  • Branchevereniging MeerGGZ
  • Beroepsvereniging Nederlandse Vereniging Psychosociale Oncologie
  • Instellingen Psychosociale Oncologie (IPSO)
  • Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL)
    • Janssoenborch, Godebaldkwartier 419, 3511 DT, Utrecht
    • www.iknl.nl

Scholing en BIG-opleidingen

8. Lerend netwerk

Het Helen Dowling Instituut geeft op de volgende manier invulling aan het lerend netwerk van indicerend en coördinerend regiebehandelaren:

Er zijn diverse structurele overlegvormen georganiseerd waarin (regie)behandelaren reflecteren op hun handelen. Alle regiebehandelaren zijn onderdeel van een multidisciplinair team (MDO). Dit is een vast team dat wekelijks of tweewekelijks bij elkaar komt onder leiding van een klinisch psycholoog of psychiater. Doelstelling van deze MDO’s is indicatiestelling, casuïstiekbesprekingen en intervisie. Er vindt zowel reflectie op het zorgproces als op het handelen van (regie)behandelaren plaats.

Eens per maand is de MDO-bijeenkomst uitsluitend gericht op intervisie c.q. reflectie op het handelen van de regiebehandelaar(s). Een vraag gericht op het persoonlijk functioneren is daarbij het uitgangspunt. De groep helpt de (regie)behandelaar aan de hand van een intervisiemethode om te reflecteren.

Het Helen Dowling Instituut betrekt waar mogelijk de directe samenwerkingspartners in het lerend netwerk.

II. Organisatie van de zorg

9. Zorgstandaarden en beroepsrichtlijnen

Het Helen Dowling Instituut ziet er als volgt op toe dat:

9a. zorgverleners bevoegd en bekwaam zijn:

  • In onze wervingsprocedure is er aandacht voor de eisen volgend uit de Wkkgz, het controleren van diploma’s, de inschrijving in het BIG-register en eventuele referentenonderzoek in het kader van de vergewisplicht.
  • De teamleiders patiëntenzorg voeren ieder kwartaal een individueel gesprek met alle behandelaren. Bekwaamheid en ontwikkeling maken onderdeel uit van deze gesprekken. De teamleiders zelf voeren deze gesprekken met de directeur zorg.
  • Binnen het multidisciplinaire overleg wordt met het team de opzet en uitvoering van de door een behandelaar opgestelde behandelovereenkomst geëvalueerd.
  • Het Helen Dowling Instituut biedt aan nieuwe medewerkers die een uitvoerende taak in de zorg hebben een interne scholing gericht op de basiskennis en -vaardigheden van de psycho-oncologische zorg. Daarnaast verstrekt het Helen Dowling Instituut een scholingsbudget dat medewerkers in staat stelt zich verder te bekwamen.
  • Het Helen Dowling Instituut voorziet haar medewerkers van de benodigde informatie (bijvoorbeeld boeken, draaiboeken en behandelmodules) en een kwaliteitshandboek waarin alle werkprocessen zijn beschreven die ondersteunend zijn aan het bekwaam behandelen.

Daarnaast houden medewerkers van het Helen Dowling Instituut zich aan eisen rondom bevoegdheid en bekwaamheid die voortvloeien uit wetgeving of die gesteld worden door beroepsverenigingen:

  • Verschillende beroepen in de individuele gezondheidszorg zijn wettelijk verankerd in de Wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG).
  • De wettelijk geregelde verantwoordelijkheden en bevoegdheden binnen de GGZ worden door alle behandelaren nageleefd en in acht genomen, te weten de wet BIG, Kwaliteitswet Zorginstellingen, de Wet Geneeskundige Behandelovereenkomst.
  • Iedere CONO-behandelaar is gehouden aan de beroepscodes van de beroepsvereniging waarvan hij lid is.
  • Klinisch- en GZ-psychologen, psychotherapeuten en psychiaters zijn eraan gehouden te voldoen aan hun BIG-(her)registratie eisen.
  • Behandelaars met CONO-beroep zijn lid van hun beroepsvereniging en volgen bij en nascholing binnen hun specifieke vakgebied. Zij zijn gehouden te voldoen aan de eisen van dit lidmaatschap.
  • Basispsychologen werken onder regie-behandelaars en hebben een BIG-geregistreerde werkbegeleider. Zij volgen of hebben gevolgd een door de VGCt erkende basiscursus Cognitieve Gedragstherapie.

9b. zorgverleners volgen kwaliteitsstandaarden, zorgstandaarden en richtlijnen handelen:

Het Helen Dowling Instituut beschikt over een zorgaanbod dat is gebaseerd op het door ons ontwikkelde, wetenschappelijk onderbouwde zorgprogramma ‘Leren leven met kanker’ en de geldende GGZ-standaarden en –richtlijnen. In samenwerking met de directeur zorg en de afdeling wetenschappelijk onderzoek wordt ons behandelaanbod aangepast wanneer er nieuwe kennis beschikbaar is.

Het Helen Dowling Instituut heeft haar zorgaanbod beschreven in zorgpaden, waarin informatie is vastgelegd over de behandelmethode(n) en verwachte behandelduur van een specifieke klacht of probleem. De van toepassing zijnde behandelmethode(n) worden aangemerkt in de behandelovereenkomst en zijn daarmee altijd inzichtelijk voor de cliënt.

9c. zorgverleners hun deskundigheid op peil houden:

Alle BIG-geregistreerde zorgverleners zijn gehouden aan de wettelijke geregelde verantwoordelijkheden en bevoegdheden die binnen de GGZ van kracht zijn, te wetende wet BIG, Kwaliteitswet Zorginstellingen, de Wet Geneeskundige Behandelovereenkomst (WGBO), ook op het gebied van de eisen die aan bij- en nascholing ten behoeve van herregistratie worden gesteld.

Elk jaar wordt er een opleidingsplan gemaakt goedgekeurd door het management team (MT). Er wordt 1.5% van de jaarlijkse brutoloonsom gebudgetteerd voor scholing. Voor GZ-psychologen en uitvoerende behandelaars is er een persoonlijk opleidingsbudget vastgesteld naar rato van het dienstverband. Psychiaters en klinisch psychologen hebben een ruimer persoonlijk opleidingsbudget naar rato van het dienstverband, afgestemd op de eisen die aan herregistratie in het kader van de wet BIG worden gesteld. In het jaarlijkse ontwikkelgesprek, en indien nodig tussentijds, is dit onderwerp van gesprek.

In het strategieplan, waarin aangaande de ontwikkeling van de organisatie een vijftal jaren vooruit wordt gekeken, wordt ook rekening gehouden met de deskundigheid van medewerkers. Het Helen Dowling Instituut heeft in dit kader een modulaire cursus psycho-oncologie ontwikkeld die wordt gevolgd door nieuwe medewerkers. De cursus wordt periodiek uitgebreid met nieuwe modules waarvan wordt bekeken welke medewerkers er  baat bij hebben die te volgen.

Driemaal per jaar is er een HDI-dag: een dag waarop al het personeel bij elkaar komt. Specifieke deskundigheidsbevordering maakt meestal deel uit van de agenda.

10. Samenwerking

10a. Samenwerking binnen het Helen Dowling Instituut is vastgelegd en geborgd in het professioneel statuut:

ja. Zie https://hdi.nl/kwaliteitsstatuut-professionals/

10b. Binnen het Helen Dowling Instituut is het multidisciplinair overleg en de informatie-uitwisseling en –overdracht tussen indicerend en coördinerend regiebehandelaar en andere betrokken behandelaren als volgt geregeld:

Alle betrokken behandelaren zijn onderdeel van een multidisciplinair overleg (MDO). Dit is een vast team dat wekelijks bij elkaar komt onder leiding van een klinisch psycholoog of psychiater. In dit MDO worden indicatiestelling en behandelplannen besproken, en worden behandelingen geëvalueerd. Daarnaast vindt er tussentijds overleg plaats naar behoefte of aanleiding. De bespreking wordt in het  cliëntdossier vastgelegd, waarbij de inhoud en het advies van het team en de aanwezige teamleden wordt genoteerd.

10c. Het Helen Dowling Instituut hanteert de volgende proHet Helen Dowling Instituut hanteert de volgende procedure voor het op- en afschalen van de zorgverlening naar een volgend respectievelijk voorliggend echelon:cedure voor het op- en afschalen van de zorgverlening naar een volgend respectievelijk voorliggend echelon:

Uitgangspunt bij elke behandeling, dus ook in geval van op- of afschaling, is het bieden van passende zorg. Er zijn vaste momenten waarop de noodzaak voor op- en afschaling geëvalueerd wordt: na het intakegesprek, bij besprekingen in het MDO en bij geplande evaluaties.

Basis-GGZ en Specialistische GGZ 

Het HDI volgt de richtlijnen zoals geformuleerd in de landelijke samenwerkingsafspraken tussen huisartsen en de GGZ, te vinden op www.ggzstandaarden.nl. De criteria die worden beoordeeld om te onderscheiden of een behandeling plaatsvindt in de basis-ggz of specialistische ggz zijn:

  • Ernstige lijdensdruk of disfunctioneren; 
  • Recidiverende ernstige problematiek; 
  • Comorbiditeit en/of problemen in persoonlijkheid of psychosociaal functioneren die met de behandeling van de hoofddiagnose interfereren; 
  • Complexe problematiek die om behandeling in een multidisciplinair samengesteld professioneel netwerk vraagt; 
  • Hoog risico op (zelf)verwaarlozing, (huiselijk) geweld, suïcide of automutilatie, of (kinder)mishandeling; 
  • Uitblijven van verbetering in de BGGZ (indicatief drie tot vier maanden); 
  • Instabiele chronische problematiek. 

Hoogspecialistische ggz

Voor het bepalen of een cliënt behandeld wordt in de hoogspecialistische ggzis het nodig dat deze verwezen is naar de specialistische ggz. Vervolgens wordt gebruik gemaakt van de vragenlijst ‘Transdiagnostische Decision Tool’, waarbij cliënten met score van 3 of hoger in aanmerking komen voor ons hoogspecialistische zorgaanbod.

Zorgprestatiemodel 

Binnen het zorgprestatiemodel wordt een behandel’setting’ gekozen, waarin beschreven wordt welke zorg op welke plaats door welke beroepen wordt geleverd. De criteria voor op- en afschalen naar de settings die het HDI biedt zijn als volgt:

  • Setting 2: de inzet van hoofdzakelijk één beroep; 
  • Setting 3: naast de regiebehandelaar worden er minimaal twee andere beroepen ingezet, waarvan één hetzelfde mag zijn als de regiebehandelaar;
  • Setting 8: hoogspecialistische zorg wordt geïndiceerd op basis van het instrument Transdiagnostische Decision Tool. 

Categorieën van complexiteit 

De procedure hiervoor is beschreven onder 6B. 

Binnen het Helen Dowling Instituut geldt bij verschil van inzicht tussen bij een zorgproces betrokken zorgverleners de volgende escalatieprocedure:

Bij verschil van mening of professionele onenigheid tussen (mede)behandelaars, wordt gehandeld

in de volgorde zoals hieronder staat aangegeven:

A.  De professionele standaard en de daarbij horende richtlijnen bieden een oplossing of aanknopingspunten om toch een beslissing te kunnen nemen.

1. De hierdoor gevonden oplossing wordt uitgevoerd.

2. De oplossing is ontoereikend, er wordt overgegaan naar fase b.

B.  Opschaling naar de indicerend regiebehandelaar (tenzij het dezelfde persoon betreft), deze doet een voorstel om tot een oplossing te komen.

1. De oplossing is acceptabel en wordt uitgevoerd.

2. De oplossing is ontoereikend, er wordt overgegaan naar fase c en volgend.

C. Opschaling naar de klinisch psycholoog.

1. De oplossing is acceptabel en wordt uitgevoerd.

2. De oplossing is ontoereikend, er wordt overgegaan naar fase c en volgend.

D. Indien de klinisch psycholoog geen onderdeel uitmaakt van de managementlijn wordt de teamleider betrokken.

1. De oplossing is acceptabel en wordt uitgevoerd.

2. De oplossing is ontoereikend, er wordt overgegaan naar fase c en volgend.

E. De situatie wordt voorgelegd aan de directeur Zorg (of diens vervanger). De verschillende standpunten gehoord hebbende, neemt de adjunct-directeur (of diens vervanger)een besluit

1. Het besluit van de directeur Zorg (of diens vervanger) is richtinggevend voor de oplossingsrichting.

2. Op grond van dit besluit wordt uitvoering gegeven aan de door de directeur Zorg (of diens vervanger) voorgeschreven oplossingsrichting en geldt als richtsnoer voor het verdere zorgproces.

11. Dossiervoering en omgang met patiëntgegevens

11a. Ik vraag om toestemming van de patiënt/cliënt bij het delen van gegevens met niet bij de behandeling betrokken professionals:

Ja.

11b. In situaties waarin het beroepsgeheim mogelijk doorbroken wordt, gebruik ik de daartoe geldende richtlijnen van de beroepsgroep, waaronder de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld (bij conflict van plichten, vermoeden van kindermishandeling of huiselijk geweld), het stappenplan materiële controle en ik vraag het controleplan op bij de zorgverzekeraar (bij materiële controle):

Ja.

11c. Ik gebruik de privacyverklaring als de patiënt/cliënt zijn diagnose niet kenbaar wil maken aan zijn zorgverzekeraar/NZa:

Ja.

12. Klachten- en geschillenregeling

III. Het zorgproces – het traject dat de cliënt in deze instelling doorloopt

13. Wachttijd voor intake/probleemanalyse en behandeling en begeleiding

Cliënten vinden informatie over wachttijden voor intake en behandeling via: www.hdi.nl/behandeling. Daarnaast kunnen cliënten hun wachttijd raadplegen in hun eigen cliëntportaal, of telefonisch. De informatie is –indien het onderscheid van toepassing is– per zorgverzekeraar en per diagnose.

14. Aanmelding en intake/probleemanalyse

14a. De aanmeldprocedure is bij het Helen Dowling Instituut als volgt geregeld: (zoals: wie ontvangt de telefonische aanmelding, wie doet de intake, hoe verloopt de communicatie met de patiënt/cliënt):

De verwijzing via Zorgdomein,de telefonische of onlineaanmelding wordt ontvangen door het secretariaat. Zij nemen indien nodig contact op voor aanvulling van ontbrekende gegevens en/of een verwijsbrief. Na inschrijving ontvangt de cliënt een bevestiging per e-mail.

Indien er inhoudelijk twijfel is over de verwijzing, vindt er een beoordeling plaats door een team van (GZ-psychologen in opleiding tot) klinisch psychologen. Mocht de verwijzing niet passen bij het zorgaanbod van het HDI, dan wordt dit met de verwijzer besproken, wanneer mogelijk voorzien van een passend advies.

Een cliënt staat op een wachtlijst voor intake tot er plaats is bij een indicerend regiebehandelaar. De meest recente wachttijden zijn op onze website www.hdi.nl/wachttijd te vinden. In deze periode wordt er nog geen zorgtraject geopend en is de verwijzer/huisarts nog behandelverantwoordelijk voor de cliënt. Wel kunnen cliënten gebruik maken van onze Welkomstmodule in het cliëntenportaal, waar informatie en praktische handvatten in staan. Zij krijgen bij aanmelding hiervoor een link toegezonden.

Het secretariaat neemt telefonisch contact op met cliënten voor het inplannen van het intakegesprek. Het intakegesprek wordt gedaan door de indicerend regiebehandelaar, al dan niet in samenwerking met een uitvoerend behandelaar. De communicatie verloopt vanaf dat moment via de indicerend regiebehandelaar.

14b. Binnen het Helen Dowling Instituut wordt de cliënt doorverwezen naar een andere zorgaanbieder met een passend zorgaanbod of terugverwezen naar de verwijzer -indien mogelijk met een passend advies- indien het Helen Dowling Instituut geen passend aanbod heeft op de zorgvraag van de cliënt:

Ja.

15. Indicatiestelling

Beschrijf hoe de intake/probleemanalyse en indicatiestelling binnen het Helen Dowling Instituut is geregeld (hoe komt de aanmelding binnen, hoe komt de afspraak met de patiënt/cliënt voor de intake tot stand, wie is in de intakefase de indicerend regiebehandelaar en hoe komt die beslissing tot stand (afstemming met patiënt/cliënt), waaruit bestaan de verantwoordelijkheden van de indicerend regiebehandelaar bij het stellen van de diagnose):

Voor de procedure rondom het tot stand komen van de afspraak, zie artikel 14.

De indicerend regiebehandelaar is verantwoordelijk voor het opstellen van de probleemanalyse en diagnose. Delen van het diagnostische proces kunnen door anderen dan de indicerend regiebehandelaar worden verricht, bijvoorbeeld door een psychiater of systeemtherapeut.

Aan het einde van de intakeprocedure wordt de voorlopige diagnose met de cliënt besproken en aangepast indien nodig. Bij een behandeling in de specialistische ggz worden de probleemanalyse en de diagnose voorgelegd aan het multidisciplinair overleg onder leiding van een klinisch psycholoog of psychiater.

Indien uit het eerste intakegesprek blijkt dat er sprake is van een hoge mate van complexiteit van de problematiek, in de zin van categorie B, wordt er een tweede intakegesprek gepland bij een klinisch psycholoog, psychotherapeut of psychiater.

16. Behandeling en begeleiding

16a. Het behandelplan wordt als volgt opgesteld: (beschrijving van proces en betrokkenheid van cliënt en (mede-)behandelaren, rol multidisciplinair team):

Aan het einde van de intakeprocedure koppelt de indicerend regiebehandelaar de diagnose terug aan de cliënt en bespreekt of deze zich hierin herkent. Behandeldoelen worden in overleg opgesteld. Aan het einde van de intakeprocedure stelt de indicerend regiebehandelaar het behandelplan op. Indien er sprake is van een behandeling in de specialistische ggz, wordt het behandelplan besproken in het multidisciplinair overleg in aanwezigheid van een klinisch psycholoog of psychiater.

De cliënt ontvangt vervolgens de behandelovereenkomst digitaal in het cliëntenportaal, met daarin de beschrijvende diagnose, DSM-classificatie en voorgenomen interventies opgenomen. Hier kan de cliënt aangeven akkoord te zijn of niet. In het laatste geval vindt er verder overleg plaats met de indicerend regiebehandelaar. Bij verschil van mening of onvrede heeft de cliënt altijd de mogelijkheid een andere zorgverlener binnen het Helen Dowling Instituut te consulteren.

16b. Het centraal aanspreekpunt voor de patiënt/cliënt tijdens de behandeling is de coördinerend regiebehandelaar: [beschrijving rol en taken coördinerend regiebehandelaar in relatie tot rol en taken medebehandelaars]

De coördinerend regiebehandelaar is tijdens de behandeling het centrale aanspreekpunt. Deze is er voor verantwoordelijk dat de cliënt een behandeling krijgt volgens de gangbare zorgstandaarden en richtlijnen. Deze  zorgt er voor dat het behandelplan eventueel op meer gedetailleerd niveau uit wordt gewerkt. Ook zal er regelmatig contact zijn met de cliënt om te bekijken hoe de behandeling verloopt en of er wijzigingen in het behandelplan nodig zijn. Daarnaast zorgt de coördinerend regiebehandelaar voor een goede afstemming tussen zorgverleners. Er wordt overleg georganiseerd met andere betrokkenen wanneer dit nodig is. Ook coördineert deze de afsluiting. Bij ingrijpende veranderingen in het behandelplan sluit ook de indicerend regiebehandelaar aan.


Wanneer afronding geïndiceerd is legt de coördinerend regiebehandelaar in een SGGZ-traject de uitkomsten van de ROM-meting en het evaluatiegesprek met cliënt voor aan het multidisciplinair team. Vervolgens wordt het advies van het team met cliënt besproken. Bij afronding, verlenging en opschaling van de behandeling worden de huisarts en/of andere verwijzer in kennis gesteld van het verloop en resultaat van de behandeling (met toestemming van cliënt).

16c. De voortgang van de behandeling en begeleiding wordt binnen het Helen Dowling Instituut als volgt gemonitord: (zoals voortgangsbespreking behandelplan, evaluatie, vragenlijsten, ROM):

Elke behandeling start met een zogenoemde voormeting (ROM-meting) voor het intakegesprek. Dit houdt het invullen van een uitgebreide vragenlijst in, waarin naar relevante klachten en problemen wordt gevraagd. De behandeling binnen de basis-ggz wordt in het eerste jaar standaard elf maanden na de intake geëvalueerd met de cliënt en in het multidisciplinair overleg. De behandeling binnen de (hoog)specialistische ggz wordt in het eerste jaar standaard vier maanden en elf maanden na het intakegesprek geëvalueerd. Duurt de behandeling langer dan een jaar, dan vindt er iedere zes maanden evaluatie plaats. Onderdeel van deze evaluaties is het invullen van de ROM-vragenlijst, het bespreken van voortgang op de doelen, het evalueren van de diagnose en classificatie en het (door)plannen van interventies in het kader van het behandelplan.

De coördinerend behandelaar draagt er zorg voor dat de indicerend behandelaar aansluit bij evaluaties wanneer nodig. Indien er sprake is van een behandeling in de specialistische ggz wordt de evaluatie ook in het multidisciplinair overleg besproken.

16d. Binnen het Helen Dowling Instituut reflecteert de coördinerend regiebehandelaar samen met de cliënt en eventueel zijn naasten de voortgang, doelmatigheid en effectiviteit van de behandeling en begeleiding als volgt: [toelichting op wijze van reflectie en frequentie]

Het Helen Dowling Instituut vindt betrokkenheid van naasten belangrijk. Betrokkenheid van naasten bij evaluaties wordt met de cliënt besproken. Indien dit van toegevoegde waarde is en de cliënt dit wil, kan een naaste de evaluatie bijwonen.

Tijdens een evaluatie wordt met de cliënt de voortgang op de behandeldoelen besproken, en de tevredenheid met de behandeling, de behandelmethode(n) en de behandelaar(s). De indicerend behandelaar is zo veel als mogelijk aanwezig bij evaluatiemomenten, zeker bij ingrijpende wijzigingen.

16e. De tevredenheid van patiënten/cliënten wordt binnen het Helen Dowling Instituut op de volgende manier gemeten: [wanneer, hoe]

Het Helen Dowling Instituut vindt de tevredenheid van de cliënt erg belangrijk. Er is in de gehele organisatie aandacht voor op de volgende wijzen:

  • Klantvriendelijkheid in de bejegening: aan de telefoon door het secretariaat, bij de ontvangst op locatie en in de bejegening door de betrokken behandelaars.
  • Gedeelde besluitvorming (er wordt niet voor de client maar samen met de client besluiten over de behandeling genomen) is uitgangspunt bij elke stap in de behandeling. De uitkomsten van de metingen worden altijd met de client besproken.
  • De tevredenheid wordt gemeten door cliënt bij de tussenmetingen na 3 maanden en vóór
    mogelijke verlenging naast de standaard evaluatievragenlijsten ook om een rapportcijfer voor de
    behandeling tot dan toe te vragen en middels een open vraag naar mogelijke verbeteringen.
  • Bij de eindmeting die vóór afsluiting van de behandeling wordt afgenomen wordt de Consumer Quality Index (CQI) afgenomen, die expliciet de tevredenheid meet. Deze kan ook desgewenst anoniem worden ingevuld.

De anonieme uitkomsten van het tevredenheidsonderzoek worden met het managementteam en met de cliëntenraad besproken.

17. Afsluiting/nazorg

17a. De resultaten van de behandeling en begeleiding en de mogelijke vervolgstappen worden als volgt met de cliënt en diens verwijzer besproken: [o.a. informeren verwijzer, advies aan verwijzer over vervolgstappen, informeren vervolgbehandelaar, hoe handelt instelling als patiënt/cliënt bezwaar maakt tegen informeren van verwijzer of anderen]

Op de afgesproken evaluatiemomenten of als daar naar de mening van cliënt en/of (regie)behandelaar aanleiding voor is, bespreekt de coördinerend regiebehandelaar, eventueel samen met de behandelaar, met de cliënt en eventueel zijn naasten de resultaten van de behandeling (tot dan toe) en mogelijke vervolgstappen. Wanneer de doelen uit de behandelovereenkomst behaald zijn, of wanneer niet verwacht wordt dat de doelen (bij het HDI) behaald kunnen worden, wordt in overleg met de cliënt besloten de behandeling af te ronden. Er wordt met cliënt gewerkt aan terugvalpreventie. De behandelaar laat het secretariaat weten dat een behandeltraject afgesloten wordt middels een afsluitformulier welke per e-mail verstuurd wordt aan het secretariaat. Bij afsluiting wordt de verwijzer in kennis gesteld middels een eindrapportage, (welke geschreven wordt in het patiëntendossier) inclusief eventuele adviezen, tenzij de cliënt hiertegen bezwaar maakt. Indien een externe vervolgbehandeling nodig is wordt hierover gericht advies gegeven aan de verwijzer.

17b. Cliënten of hun naasten kunnen als volgt handelen als er na afsluiting van de behandeling en begeleiding sprake is van crisis of terugval:

Wanneer een behandeling is afgesloten kan de cliënt bij terugval zich via de verwijzer opnieuw aanmelden bij het HDI. Als daar redenen toe zijn, bestaat de mogelijkheid om een zogenaamde VIP-regeling af te spreken. Daarbij kan een cliënt binnen bepaalde tijd direct opnieuw in behandeling komen.


In geval van crisis na afsluiting, wordt, voordat iemand in zorg genomen wordt, altijd eerst contact opgenomen met de huisarts, aangezien het HDI geen 24-uur crisisopvang aanbiedt.

IV. Ondertekening

Ik verklaar dat ik me houd aan de wettelijke kaders van mijn beroepsuitoefening, handel conform het Landelijk Kwaliteitsstatuut GGZ en dat ik dit Kwaliteitsstatuut naar waarheid heb ingevuld.

Ja.

  • Naam bestuurder: J.M.G. Haanraadts
  • Plaats: Bilthoven
  • Datum: 12-06-2024

Bij het openbaar maken van het kwaliteitsstatuut voegt de ggz-instelling de volgende bijlagen op de registratiepagina van www.ggzkwaliteitsstatuut.nl toe:
Een afschrift/kopie van het binnen de instelling geldende kwaliteitscertificaat (HKZ/NIAZ/JCI en/of ander keurmerk);
Zijn algemene leveringsvoorwaarden;
Het binnen de instelling geldende professioneel statuut, waar de genoemde escalatie-procedure in is opgenomen.